Pannetje in Zuid-Afrika!
Home Voorbereiding Foto's Dagboek Gastenboek



26 - 27 December 2005, The great Karoo en Upington

De reis naar Upington is voor de gemiddelde auto een reis van ongeveer 8 uur. Omdat het grote gedeelte van de reis echter door het droge eentonige en vooral ook rustige binnenland gaat bereiken de meeste mensen deze centrale stad in de noordelijke provincie vanuit Kaapstad in 6 uur. Helaas, Ruud en ik zijn niet meeste mensen en met onze beetle kost het ons vandaag mijn liefst 13 uur om Upington te bereiken. Best beetle heeft mij namelijk duidelijke instructies gegeven voor wij zijn vertrokken met als doel om de grens van Namibie over te gaan: Niet harder van 80 km/h om te voorkomen dat de motor oververhit raakt, Niet langer dan 3 uur achter elkaar rijden om te voorkomen dat de motor oververhit raakt, en elke 100km olie checken om ervoor te zorgen dat de motor oververhit raakt doordat er geen olie is om de motor te koelen. Als wij ons aan deze kleine regeltjes houden zouden we zonder problemen onze grote afstanden kunnen afleggen!

De route naar Upington is heel erg saai, en daarom toch ook heel erg indrukwekkend. De eerste 250 km naar het noorden van de Cederberg zijn prachtig, we komen weer langs de door ons al eerder bezochten rode rotsformaties en besluiten dat wij volgende week op de terug week toch zeker nog een poging moeten wagen om de Wolfberg Arch te vinden, die wij met Gert Tom in November helaas niet hadden gevonden. Vanaf Calvania word de omgeving echter een stuk eentoniger, en de weg rustiger. Langzaam aan word de natuur om ons heen donkerder en dorrer wat resulteert in een afstand van 600 Km door het droge Karoo gebied. Aangezien de natuur om ons heen helemaal niet meer veranderd raken Pannetje en Tuutje en beetje verveeld. Sterker nog, Tuut gaat proberen wat nachtrust in te halen aangezien we vanochtend om 7u vertrokken zijn en dus boeren-vroeg opgestaan zijn. Ik wens hem natuurlijk veel succes en probeer de beetle onder de 80 km/h te houden om het schudden van de auto te beperken. De enige afleiding die ik heb om zelf niet te veel in te kakken zijn de schaarse bochten in de asfaltweg, of de kleine heuvels aan de horizon. Tijdens het rijden bedenk ik mij opeens regel 2 van Best Beetle, elke 3 uur stoppen om de motor te laten afkoelen! Niet dat de motor veel kan afkoelen aangezien de temperaturen buiten zijn gestegen tot een ruime 30 graden met praktisch geen wind… ik stop midden op de snelweg. Tijd voor foto;s! Kan iemand in Nederland ook zeggen op klaarlichte dag stig gestaan te hebben midden op de snelweg? Het is een spannend moment… ook al kunnen we aan beide kanten een aantal kilometers ver kijken ben ik toch een beetje bang dat er toevallig een auto aan komt als ik even een overzicht maak van ons in de Karoo. Een vierluik die alle 4 de kanten van de beetle laat zien met aan alle 4 de kanten NIETS.

Gelukkig hebben mensen wel een beetje rekening gehouden met auto’s met relatief gezien normale brandstoftankformaat’, want elke 200 km komen we een dorpje tegen met een tankstation. Natuurlijk rijken de Nederlandse armen van Shell ook midden in dit droge gebied, want we kunnen onze beetle bijvullen met een nieuw brandstof-soort dat de lood bevattende benzine moet gaan vervangen. In Zuid Afrika is het namelijk pas vanaf 1 januari 2006 verboden om Lood houdende Brandstof te verkopen. Natuurlijk heb ik geen instructies van BestBeetle gekregen over deze brandstofkeuze, maar ik gok erop dat het de brandstoftank is met de nieuwe rode sticker erop…

Wanneer ik terug denk aan de lange trip van Cederberg naar Upington valt me toch wel een kleine verandering op in de omgeving. Bij Calvania is de grond geelig gekleurd, waarna het langzaam bruiner en bruiner word tot in Kenhardt (waar de Shell staat) en ten zuiden van Upington word de grond rood-achtig. Mensen, ik kan u vertellen, het is een geweldige ontdekking, maar niet de moeite waard om schaarse vakantiedagen aan te verspillen, tenzij je een hele snelle 4x4 bak hebt om de lange weg door de droogte iets sneller af te leggen dan wettelijk is toegestaan.

Uptington is zoals ik al schreef een van de ‘grote’ steden in de Northern Province. Dit betekend echter niet dat het een grote stad is qua inwoners of oppervlak. Een grote stad betekend een knooppunt van snelwegen. Als we Upington met de auto bereiken ben ik eerlijk gezegd wel een beetje opgelucht. De omgeving word opeens onwijs groen door de gigantische oranjerivier waarlangs de stad gebouwd is. De Oranjerivier is als het ware mijn nieuwe obsessie geworden, en is de langste rivier van Zuid Afrika die begint in de oostkant van Leshoto en helemaal door het droge binnenland kronkelt om uiteindelijk bij de grens met Namibie de oceaan in te stromen.

Upington is een aardig stadje. Er is een lange hoofdstraat waar net als bij ons in Adderly St in Kaapstad grote kerstverlichting is opgehangen, wat een westers gevoel met zich mee brengt. Wanneer wij een beetje door de stad rijden ontdekken Ruud en ik een klein gebrek van de gemeente als het aankomt op ruimtelijke ordening en planologie. Misschien is de hitte ons naar het hoofd gestegen, maar waar een ‘normale’ hoofdstraat in een stad bestaat uit alleen maar winkeltjes en restaurantjes is het hier in Upington geen uitzondering om een gigantische auto garage met uitgebreide showroom tussen twee knusse restaurantjes te vinden.

Ruud en ik bladeren in onze Lonely Planet (ondertussen gedoopt als ‘die Fhurer’ nadat Ruud met een stel duitsers op reis is geweest) en deze verteld ons dat we naar Yebo Backpackers moeten om goedkoop te overnachten, dus wij gaan meteen op zoek. Allebei Ik ben helemaal uitgeput van de hele dag autorijden, Ruudje heeft stiekem ook een uur gereden, dus koken lijkt mij vanavond absoluut geen optie: we gaan uit eten, en vroeg naar bed.

We hebben geluk… deze prachtige dinsdag morgen hoeft een stel wat bij ons in de dorm slaapt pas om 4.30u op te staan en hun tassen uitgebreid in te pakken! *zucht* Ruud en ik zijn dus ook vroeg wakker vandaag, wat ook wel zijn positieve kanten heeft, want nu kunnen wij mooi de omgeving verkennen. We rijden met de beetle, 40 graden is iets te heet om te gaan wandelen, een stuk terug naar het zuiden waar de oranjerivier zich in verschillende kleinere kanalen splitst om later weer bij elkaar te komen. Toen we gisteren aan het begin van de avond naar Upington reden zagen wij een township wat er heel erg liefelijk uitzag, en we besluiten om er gewoon naar binnen te rijden. We gaan er maar vanuit dat de townships in dit afgelegen gebied wat veiliger zijn dan die rond de grote steden.

Kalksloot is echt een heel ander Township dan dat ik gewent ben. Waar bijvoorbeeld Langa en Gugulethu allemaal smalle straatjes hebben met zo veel mogelijk shacks op elkaar gepropt is er hier in Kalksloot genoeg ruimte voor elke shack. Het is een vreemd beeld. Een weg ter brede van een vierbaans snelweg met aan beide kanten groene tuinen met shacks. Het ziet er heel erg vreemd uit, maar op zich is het wel te verklaren. Net als rond de grote steden moesten mensen hun eigen huizen bouwen nadat ze in de jaren 60 door de regering uit de steden werden verbannen. Wanneer je in tegenstelling tot bij de grote steden de ruimte hebt, waarom dan geen tuintje aan te leggen?

Ik maak natuurlijk onwijs veel foto’s en ben echt helemaal op dreef (natuurlijk kon 80% van de foto’s meteen de windows-prullenbak in aangezien het allemaal meer van hetzelfde was). We komen een paar kinderen tegen en ik vraag of ik ze op de foto mag zetten. Blijkbaar is ‘Picture’ het geheime woord in deze gebieden want opeens komen uit alle onzichtbare hoeken nog meer kinderen die allemaal op de foto willen! Ruud en ik gaan natuurlijk allebei met de kids op de foto en geven hun als dank onze halve zak chips die nog op de achterbank lag. Voor ik instap blijf ik een halve minuut staan twijfelen… Zal ik de enige echte belangrijke vraag stellen? De vraag die alle andere vragen overbodig maakt? Ik overweeg alle mogelijkheden, positieve en negatieve mogelijke gevolgen en draai me terug om richting de kinderen: “willen jullie soms even onze schoenen vasthouden?”

Helemaal happy rijden Ruud en ik door naar Keimoes, het dorpje waar de oranjerivier zich opsplitst. We parkeren de auto een aantal keer en lopen steeds een stukje naar de afgesplitste gedeelten van de rivier om naar het water te staren tot we uiteindelijk bij het grootste kanaal komen. We zijn de hitte zat en willen het water in. Onder de lange brug die dit gedeelte van de rivier overbrugd laten Ruud en ik onze voetjes een half uur afkoelen in het heerlijk koele water… wat een verfrissing zeg!

Natuurlijk zijn we allang weer gesmolten als we terug in de backpackers komen. De tweede helft van de middag spenderen wij lekker relaxt in de tuin van de backpackers en nemen een paar duiken in het zwembad. Als het eindelijk een beetje begint af te koelen aan het begin van de avond prepareer ik een avondmaal voor Ruud en mijzelf en klets ik wat met de andere Nederlanders die ook in de backpackers overnachten. Ruud en ik kunnen onze borst vast nat maken, want in het gebied waar wij morgen naartoe willen rijden, het Kgalagadi Transfontier Park dat in de Kalahari woestijn ligt, is het geen uitzondering als de temperatuur oploopt tot 47 graden!

<<< Terug naar het Dagboek