Pannetje in Zuid-Afrika!
Home Voorbereiding Foto's Dagboek Gastenboek



01-03 Maart, 100% Lesotho



Het is al 17u als we de grens over gaan en Anton en ik opzoek gaan naar een slaapplaats. Voor het donker is willen wij graag een leuk hotelletje hebben omdat wij ons in het donker amper kunnen oriënteren aangezien er behalve in de hoofdstad Maseru niet veel straatverlichting in Lesotho is. Sterker nog, meeste huizen hebben hier geen Elektriciteit of stromend water, het voelt alsof we 100 jaar terug in de tijd zijn gereden. Uiteindelijk vinden we een knus hotel midden in Chlotse, waar we vroeg naar bed gaan omdat we morgen echt het binnenland in willen rijden. Dit hotel heeft gelukkig wel zowel Elektriciteit als Stromend water.

We staan vroeg op, om 7.45u zitten wij aan het ontbijt. Het hotel is vol, er is een grote groep studenten van de Universiteit van Maseru bezig met een volkstelling en deze logeren allemaal in dit hotel. Om 8u gaan deze mensen echter allemaal aan de slag en kunnen Anton en ik in alle rust ons engelse ontbijt naar binnen werken. Vandaag is ons plan om naar het zuid Oosten te rijden. Er is 1 lange geasfalteerde weg die van Chlotse naar Katsedam rijdt, dus het was geen moeilijke beslissing hoe we zouden rijden.

Zodra we een beetje uit de stad verweiderd zijn veranderd de omgeving aanzienlijk. De relatief westerse huizen maken plaats voor prachtig ronde Sotho huisjes met rieten dak, met om elk huis een klein maisveld die door de bewoners word bewerkt. De mensen dragen traditionele Sotho kleden, en lopen over straat met 3 of 4 koeien of geiten. Het is ons meteen duidelijk dat iedereen hier zelfvoorzienend is. Elk gezin heeft een klein huis, een klein stukje grond om eten te verbouwen en een kleine hoeveelheid vee. De trend om hekken te plaatsen om je stukje grond is hier duidelijk nog niet doorgebroken, slecht een enkele boer heeft een hek om zijn grond staan. Koeien en geiten lopen los over de weg of in de berm, met een man of kind in de buurt om ze in de gaten te hebben, het is prachtig om te zien!

Halverwege Katsedam moeten we met de auto een hoge pas over. Het zou mij niets verbazen als deze pass in Zuid Afrika alleen voor 4wd zou toegankelijk zou zijn, maar in Lesotho kan alles! Jammer voor Anton en mij gaat de golf weer in staking. Midden op de berg begint de motorkap onwijs te roken. Een half uur staan wij stil langs de weg, thank god zijn er overal in de bergen watervalletjes, waar Anton water van kan tappen om de koelvloeistof bij te vullen. Vanaf nu zullen wij het rustig aan moeten doen, anders staan wij straks elk uur een kwartier stil!

De Katse dam is echt een aparte verschijning. Midden in het prachtige binnenland, met wederom alleen maar groene bergen en af en toe een groepje hutjes wat een dorp moet voorstellen staat deze gigantische dam van 185mtr hoog, de hoogste dam van het Afrikaanse continent. Anton en ik besluiten als echte technici een rondleiding door de dam te nemen. Het eerste wat wij ons natuurlijk afvragen is wat zo'n technisch hoogstandje in hemelsnaam in het midden van Lesotho moet en die vraag is snel beantwoord. Omdat het in Lesotho zo vreselijk vaak regent en er maar 2.2 miljoen mensen wonen heeft Lesotho een gigantisch water overschot. Zuid Afrika daarin tegen heeft een gigantisch water tekort. De oplossing? Een 48km lange tunnel van Katse naar Clarens, die 18.000 Liter water per seconden naar Zuid Afrika pompt! De dam dient ervoor om genoeg water in het stuwmeer te houden om deze hoeveelheid ten alle tijden door de tunnel te pompen. Zuid Afrika betaalt hiervoor 20 miljoen Rand per maand, wat overeenkomt met ongeveer 2.7 miljoen Euro per maand! Het water in de tunnel word natuurlijk gebruikt voor het opwekken van elektriciteit voor Lesotho.

Het rondje Katsedam was best interessant, maar we hebben nu geen tijd meer om helemaal naar Maseru te rijden. We rijden terug naar Chlotse Inn, waar we vannacht ook geslapen hebben en eten wederom in het restaurant. Twee studentes van de Maseru Universiteit vragen of ze bij ons aan tafel mogen zitten. Dit is waar Anton en ik horen over de volkstellingen waarmee zij bezig zijn, en het leven in Maseru, wat dus weinig verschil maakt met elke westerse grote stad. In ieder geval heb ik nu twee leuke stapmaatjes en een slaapplaats mocht ik in de komende maanden nog een keer naar Lesotho gaan. Bovendien lijkt mij het nachtleven van Lestotho ook heel interessant, daar hebben Anton en ik deze weken geen tijd voor.

Het is al weer 3 maart als de wekker af gaat, onze laatste dag in Lesotho. We willen vanavond terug naar Kaapstad rijden omdat Anton de 6e terug naar NL gaat. We hebben dan nog 1 dag rust, 1 avond Bronx, en een afscheidsbarbecue Bovendien trouwen mijn klasgenootje Arjen en zijn vriendin Rianne, en ik schijn de bruiloft in de kerk via de webcam te kunnen volgen! Genoeg reden dus om aan 1 ruk door te rijden, want we willen ook zo lang mogelijk in Lesotho blijven.

Onze eerste trip vandaag is naar Koning Moshoehoe zijn graf op de koningsberg in thaba-Bosio waar hij in 1824 de Basotho-natie stichtte Tussen de 'grote' steden Chlotse en Maseru is er eigelijk niets te zien. De mensen dragen over het algemeen westerse kleding en de huizen zijn saai vierkant, saai vergeleken de traditionele ronde huisjes met rieten dak. We gaan natuurlijk de berg beklimmen, wat een peulenschil is voor zulke ervaren hikers als Anton en ikzelf. We zien 'the big tree' waar koning Moshoeshoe vaak onder zat te lezen, en ruines van het dorp waar hij meestal woonde. We leren dat hij 40 vrouwen had met elk een eigen huis die hij onderhield, en daarmee een paar honderd kinderen, een grappige gedachte. De korte wandeling eindigt bij de begraafplaats, waar alle koninklijke familieleden begraven zijn, waaronder Moshoeshoe 1 t/m 3, maar ook recentelijke koningen Letsie 1 en 2. Vandaag de dag regeert Letsie de 3e, maar hij heeft eigenlijk niet zo veel te zeggen in het land. Eigenlijk is er ook niet zo veel te regelen volgens mij, aangezien 90% van het land uit natuur bestaat met af en toe een klein dorpje met zelfvoorzienende bewoners.

Na ons stukje Basotho historie staan wij voor de moeilijke beslissing waar we nu naar toe zullen rijden. Er zijn namelijk 2 asfaltwegen het binnenland in, dus je begrijpt dat wij er voorzichtig zijn omdat wij niet willen verdwalen. We rijden verder het binnenland in en we stoppen regelmatig om foto's te maken van de mensen, de huizen en natuurlijk de prachtige natuur. Ik heb een paar keer een poging gedaan om de mensen toestemming te vragen om hen op de foto te zetten, maar in het binnenland spreekt bijna niemand engels, sterker nog, mijn ervaring is dat veel mensen niet eens weten wat een fototoestel is. Wanneer ik een paar herders op de foto zet (volgens mij vragen zij zich af wat die witte meneer daar doet met dat grijze ding in zijn handen) en hun de foto laat zien schieten ze alleen maar in de lach en lopen daarnaar door.

Na ruim een uur door het binnenland gereden te hebben komen we bij een klein dorpje tot stilstand door een groepje overstekende koeien. Ik kijk naar links en ik ben van stomheid geslagen, daar zitten twee witte meisjes! Deze Amerikaanse dames, Molly en Leslie, werken als docent engels midden in de bergen en zijn op weg naar de stad Semonkong, de route die wij ook volgen. Natuurlijk geven wij de dames een lift en kletsen over al onze blije bezigheden in het prachtige Zuid Afrika en Lesotho. Als ik hun vertel dat ik van plan ben om binnen de paar maanden dat ik nog in Zuid Afrika zit nog een keer terug te komen word ik uitgenodigd om bij hun te verblijven, op de top van een berg midden in Lesotho, weer een prachtig contact erbij dus!

Helaas heeft de rode city Golf het nog steeds moeilijk en we besluiten een theepauze te nemen langs de weg. Terwijl Anton thee zet komt er een propvolle bus aan en de dames besluiten om met de bus verder te gaan. Nu kunnen Anton en ik, als de auto weer mee werkt, terug naar het noorden rijden.

In één lange zucht rijden wij de 1700 Km terug naar Kaapstad, met een etenspauze in Bloemfontein. Heel de nacht rijden is best vermoeiend, maar we wisselen elkaar goed af. De rit is 90% de N1 volgen, dus alsmaar rechtdoor. De zuid Afrikaanse regering heeft ook de flitspaal uitgevonden, maar die zien je maar weinig buiten de grote steden. Natuurlijk staat er op onze route één flitspaal en pannetje laat zich voor het eerst in zijn leven flitsen. Erg sneu. Vooral omdat ik 120 reed terwijl ik op die paar honderd meter maar geacht was 80 te rijden. Het was 3u in de nacht, niemand op de weg, ik vind het niet gek dat ik te hard reed.

Om 8u in de morgen komen we veilig aan in Kaapstad. We kopen de zaterdagkrant want ik ben zeer benieuwd naar de verkiezingsuitslagen en vers brood. Helaas zit onze trip er al weer op. Ik ga lekker relaxen in mijn appartementje en Anton gaat een poging wagen zijn auto te verkopen voor hij terug naar Nederland gaat morgen. De bruiloft van Arjen en Rianne heb ik helaas niet gezien… Ik heb alsmaar de verkeerde datum in mijn hoofd gehad, ze zijn gistermiddag in Delft getrouwd.

<<< Terug naar het Dagboek